Voor wie zijn woon-werkverkeer met de fiets doet, kan de werkgever een fietsvergoeding betalen. Deze is sociaal en fiscaal vrijgesteld en is bovendien voor 120 % aftrekbaar als beroepskost.
De fietsvergoeding is een gunst, de werkgever beslist dus zelf of hij de vergoeding al dan niet geeft. In al onze sectoren (PC 118, 119, 132, 144, 145, 302, 333) zijn er sectorakkoorden afgesloten waarin staat dat werkgever financieel tussen moet komen in de verplaatsingskosten per fiets.
Voor de RSZ betekent een fiets in de zin van een fietsvergoeding, een fiets zonder trapondersteuning ofwel een fiets met elektrische trapondersteuning tot maximum 25 km/uur en max.250 watt vermogen.
Voor de terugbetaling van de kosten voor het woon-werkverkeer met de snelle ebike of de speed pedelec is er geen forfait voorzien in de sociale zekerheid. De werkgever kan de werkelijke kost dus bijdragevrij terugbetalen aan de werknemer. In de fiscaliteit geldt de regeling van de auto of de motorfiets, met name maximaal vrijgesteld tot 390 € per jaar.
Ook de fiscus aanvaardt geen fietsvergoeding voor snelle ebike of speed pedelecs. Enkel de elektrische fietsen die aan de volgende voorwaarden voldoen, komen in aanmerking voor de vrijstelling:Elektrische motor van maximaal 25 W, maximum 25 km/uur en de motor geeft enkel een ondersteunende kracht wanneer er actief getrapt wordt.
Meer weten over de terugbetaling woon-werkverkeer: neem contact op met de Horval West-Vlaanderen consultenten.