ABVV, ACV en ACLVB dienen vandaag een verzoekschrift in bij het Grondwettelijk Hof om de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd te laten vernietigen. In één beweging contesteren zij ook de verstrenging van het vervroegd pensioen en de optrekking van de leeftijd voor het overlevingspensioen. Ze doen dit zowel voor de werknemerspensioenen als voor het stelsel van de overheidspensioenen voor ambtenaren en onderwijzend personeel ABVV, ACV en ACLVB achten deze wettelijke ingrepen als strijdig met diverse grondwettelijke rechten. Met name door een achteruitgang van het recht op sociale zekerheid (artikel 23). En ook strijdig met het verbod op discriminatie (artikel 10 en 11). Vrouwen worden immers in veel zwaardere mate getroffen door deze maatregel.
De optrekking van de pensioenleeftijd van 65 naar 67 jaar is een substantiële achteruitgang van het recht op sociale zekerheid zoals gegarandeerd in de Grondwet. Men trekt de pensioenleeftijd op onder het mom van de betaalbaarheid van de pensioenen. Puur ideologisch werd deze maatregel doorgedrukt zonder enige impactanalyse noch op de sociale zekerheid noch op de mensen. Alternatieven, zoals bijkomende financiering, nochtans voorgesteld door de expertencommissie, werden niet in overweging genomen.
Vrouwen worden bovendien nog harder getroffen. Door hun kortere loopbanen wordt de toegang tot het vervroegd pensioen voor velen onmogelijk gemaakt. Het gelijk behandelen van ongelijke situaties is een discriminatie, volgens het Grondwettelijk Hof. De toegangsvoorwaarde voor het vervroegd pensioen wordt op 42 jaar gebracht. De gemiddelde loopbaan van een vrouw is 36,6 jaar, terwijl deze van een man 42,2 jaar bedraagt. Dit betekent dus dat voor een groot pak vrouwen het vervroegd pensioen niet langer toegankelijk is. Vrouwen worden zo gestraft voor situaties uit het verleden. Discriminaties op de arbeidsmarkt, worden herbevestigd in de pensioenreglementering. Vrouwen betalen dus twee keer de prijs.
De vakbonden eisen een serieuze en integrale aanpak van de pensioendiscussie, waarbij rekening gehouden wordt met de realiteit en met een goede sociale bescherming als uitgangspunt. De vakbonden willen een pensioenleeftijd die haalbaar is, waardige pensioenen voor iedereen en een bijkomende financiering van de sociale zekerheid.