De 180 dagen-regel voor gelegenheidswerk in de land- en tuinbouw is versoepeld.
Als werknemer mag je tijdens de 180 dagen die de tewerkstelling voorafgaan niet in dezelfde onderneming werken in plaats van in de gehele land- en tuinbouwsector.
Voor de berekening van de 180 dagen wordt geen rekening gehouden met tewerkstelling in het kader van een overeenkomst voor bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk van maximaal 6 opeenvolgende kalenderweken. De 180-dagenregel is ook niet van toepassing voor een werknemer die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft en daarna als gelegenheidswerknemer wordt tewerkgesteld in dezelfde onderneming.
Ook de quota voor werkgevers zijn gewijzigd. Werkgevers kunnen voortaal het dubbel aantal kaden gelegenheidswerk inzetten.
- voor de landbouw (PC 144): maximum 60 dagen (in plaats van 30) per kalenderjaar;
- voor de tuinbouw (PC 145): maximum 130 dagen (in plaats van 65) per kalenderjaar;
- 70 extra dagen voor de witloof- en champignonteelt (behalve uitzendkrachten), hetzij maximum 200 dagen in totaal.
- Afwijkende regels voor de fruitteelt.
Voor info, neem contact op met Horval WVL!