Ben je langdurig ziek? Vraag na of je recht hebt op een aanvullende vergoeding.

In diverse sectoren of ondernemingen wordt een aanvullend vergoeding uitbetaald bij langdurig ziekte.

Een beperkt overzicht:

  • PC 118: Voedingsnijverheid: Van de 4de maand ziekte tot de laatste dag van de 12e maand ziekte heeft de arbeider recht op een vergoeding van € 7,56 (volgens berekening  6-dagenweek (zoals mutualiteitsuitkeringen) uitbetaalt door het Sociaal Fonds . Deeltijdsen en wie het werk — na toelating van zijn arts — halftijds hervat, hebben recht op de vergoeding in verhouding tot hun prestaties.
  • PC 119: Handel in Voedingswaren: de voltijdse arbeiders kunnen vanaf de 2e maand ziekte een aanvullende vergoeding genieten van € 4,40 per dag gedurende 60 dagen. deeltijdse arbeiders genieten ook van deze vergoeding maar in verhouding tot hun prestaties.
  • PC 132: Technische land- en tuinbouw: De periode tijdens dewelke de werknemers recht hebben op een vergoeding, wordt vastgesteld op basis van het aantal jaren dienst in de onderneming: 1 jaar dienst : 4 weken, 5 jaar dienst: 13 weken, en 10 jaar dienst: 26 weken. het bedrag is €5 per dag. (volgens berekening  6-dagenweek (zoals mutualiteitsuitkeringen)
  •  PC 144: Landbouw: De periode tijdens dewelke de werknemers recht hebben op een vergoeding, wordt vastgesteld op basis van het aantal jaren dienst in de onderneming: 1 jaar dienst : 4 weken, 5 jaar dienst: 13 weken, en 10 jaar dienst: 26 weken. het bedrag is €4,96 per dag. (volgens berekening  6-dagenweek (zoals mutualiteitsuitkeringen)

Voor meer info neem contact op met Horval West-Vlaanderen.

 

Tijdelijke tewerkstelling en tewerkstelling van werklozen in de land- en tuinbouw

De regering verlengde volgende maatregelen tot 1 juli 2020:

  • de mogelijkheid om tijdelijk werknemers aan het werk te stellen die eindelijk in loopbaanonderbreking zijn of tijdkrediet opnemen;
  • de mogelijkheid voor tijdelijk werklozen en bruggepensioneerden om in coronatijden aan het werk te gaan.

Deze maatregelen zijn van toepassing op de ondernemingen die vallen onder:

  • PC 144: landbouw, voor zover de werknemer uitsluitend wordt tewerkgesteld op de eigen gronden van de werkgever
  • PC 145: tuinbouw; met uitzondering van sector inplanting en onderhoud van parken en tuinen
  • PC 146: bosbouw
  • PC 322: uitzendarbeid, voor zover de uitzendarbeider wordt tewerkgesteld bij een gebruiker in één van voornoemde sectoren

 

Tuinaanleg: aanvullende vergoeding bij tijdelijke overmacht corona

We zijn er vandaag, binnen het paritair comité, in geslaagd om ook voor de TUINAANLEG (145.04) een aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid overmacht overeen te komen:

–        er wordt 5 euro per dag bijgepast voor tijdelijke werkloosheid overmacht in de tuinaanleg

–        we laten dit rechtstreeks betalen door het sociaal fonds tuinaanleg

–        dit voor de periode 14 maart tot einde mei .

–        Einde mei gebeurt er een evaluatie en kijken we onder welke voorwaarden dit eventueel kan verlengd worden .

 

Land- en tuinbouw: Tussenkomst van werkgever in het onderhoud van werkkledij

In de land- en tuinbouw ( inclusief tuinaanleg) is er een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten die bepaalt onder welke voorwaarden er op ondernemingsvlak kan worden afgesproken dat de werknemers zelf instaan voor het onderhoud van hun werkkledij. Wanneer er in dit verband afspraken gemaakt worden tussen de werkgever en de werknemers, betaalt de werkgever een vergoeding als compensatie voor de kosten die de werknemer in dit verband maakt .

Op vandaag bedraagt die tussenkomst in de bloemisterij, de groenteteelt en de tuinaanleg : 3,05 euro per week. In de fruitteelt bedraagt de tussenkomst 3,67euro /week . in de boomkwekerij is de vergoeding 3,91 euro/week.

Met ingang van 1/2/2020 verhogen de bedragen van 3,05 euro naar 3,67 euro/week.

Met ingang van 1/12/2020 wordt de tussenkomst van 3,67 euro/week gebracht op 3,91 euro/week .

Verhoging lonen met 1,1% in de land en tuinbouw.

Met ingang  van 1 juli 2019 werden de minimumlonen en alle effectief toegepaste lonen verhoogd met 1,1%. Deze verhoging geldt zowel voor de vaste werknemers als voor het seizoen – en gelegenheidspersoneel.

Op de gepubliceerde minimumbarema’s  geldt er voor de landbouw en de tuinbouw een anciënniteitstoeslag  van 0,5% per schijf van vijf jaar. Op vandaag geldt deze anciënniteitsverhoging tot en met een anciënniteit van  30 jaar. Er wordt afgesproken om een bijkomende schijf van 35 jaar en 40 jaar toe te voegen. In de landbouw en in de  tuinaanleg geldt op vandaag een anciënniteitstoeslag van 0,5% per schijf van 5 jaar anciënniteit en dit tot en met 20 jaar. Er wordt afgesproken om ook voor de landbouw en de tuinaanleg met ingang van 1 juli 2019 bijkomende schijven van anciënniteit te voorzien van 25, 30, 35 en 40 jaar. Deze toeslag van 0,5%  per schijf van 5 jaar anciënniteit geldt voor alle duidelijkheid alleen op de gepubliceerde minimumlonen.